Geplaatst op: 13/12/2022
Leesvaardigheid van leerlingen gedaald; verbetering vraagt om een gezamenlijke aanpak
De leesvaardigheid van leerlingen in het (speciaal) basisonderwijs is gedaald ten opzichte van 10 jaar geleden, in het speciaal basisonderwijs (sbo) iets sterker dan in het basisonderwijs (bo). Daarnaast blijkt dat de helft van de leerlingen thuis minder dan 15 minuten per dag leest. Een zorgwekkende ontwikkeling, aangezien de mate waarin leerlingen thuis lezen positief bijdraagt aan de leesontwikkeling van leerlingen; leerlingen die vaker thuis lezen, hebben een hogere leesvaardigheid. Op schoolniveau blijkt een geïntegreerde aanpak voor leesonderwijs positief bij te dragen aan de leesvaardigheid van leerlingen. Deze en andere conclusies worden door de Inspectie van het Onderwijs getrokken op basis van het in het voorjaar van 2021 uitgevoerde nationale peilingsonderzoek Leesvaardigheid einde (s)bo.
Het peilingsonderzoek Leesvaardigheid einde (s)bo is in het voorjaar van 2021 uitgevoerd door onderzoekers van het Expertisecentrum Nederlands, KBA Nijmegen, Cito en de Radboud Universiteit, in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs. Met het onderzoek is niet alleen inzicht verkregen in de leesvaardigheid van leerlingen in groep 8 van het bo en van schoolverlaters in het sbo, maar hiermee is ook de onderwijsleercontext van deze leerlingen in kaart gebracht. Met vragenlijsten is bijvoorbeeld nagegaan hoe gemotiveerd leerlingen zijn om te lezen, wat ze vinden van het leesonderwijs op school en hoeveel ze buiten school lezen. Daarnaast hebben leraren en schoolleiders een vragenlijst ingevuld om het onderwijs op school in kaart te brengen.
Ambities worden niet gehaald
Met het peilingsonderzoek werd onderzocht welk referentieniveau leerlingen behaalden voor het domein lezen. Het peilingsonderzoek laat zien dat de beheersing van het streefniveau 2F aan het einde van het (speciaal) basisonderwijs achterblijft bij de ambitie. Niveau 2F is het streefniveau voor leerlingen die het (s)bo verlaten en het minimale niveau om mee te kunnen doen in de maatschappij. Hoewel het de ambitie is dat gemiddeld 65% van de leerlingen dit niveau behaalt aan het einde van het (speciaal) onderwijs, blijkt uit het onderzoek dat slechts 50% van de leerlingen in het bo en 7% van de leerlingen in het sbo dit niveau behaalt. Het onvoldoende ontwikkelen van goede leesvaardigheden heeft grote gevolgen voor leerlingen, zowel voor succes in het vervolgonderwijs als voor het kunnen functioneren in onze geletterde maatschappij.
Brede en gezamenlijke aanpak nodig
Om het tij te keren is een brede en gezamenlijke aanpak nodig, waarin niet alleen scholen betrokken worden, maar ook gekeken wordt naar wat er in de thuissituatie en door overige betrokken organisaties zoals bibliotheken gedaan kan worden. Resultaten van het peilingsonderzoek bieden hiervoor aanknopingspunten. Zo blijkt bijvoorbeeld dat hoe meer begrijpend lezen wordt geïntegreerd in vakken als wereldoriëntatie en wetenschap & techniek, hoe hoger de leesvaardigheid van leerlingen. Hetzelfde geldt ook voor de inhoudelijke interesse van leerlingen voor leesteksten: hoe interessanter leerlingen de teksten en lessen begrijpend lezen vinden, des te hoger zijn hun leesscores. Hoewel de meeste leerkrachten aangeven het leesonderwijs al regelmatig te integreren, zou dit nog sterker kunnen aldus een geraadpleegde focusgroep. Hiervoor is wel verdere expertise-ontwikkeling en professionalisering van het handelen van leerkrachten nodig. Het verbeteren van het leesonderwijs is namelijk niet alleen een taak van de taal-/leescoördinator, maar vraagt een gezamenlijke inspanning van het gehele schoolteam. Met een juiste focus op begrijpend lezen, meer aandacht voor hogere-orde vaardigheden (zoals interpreteren en evalueren) en gebruik van inzichten over effectief leesonderwijs, zijn er volgens de focusgroep betere resultaten over de hele linie mogelijk.
Ook thuis valt nog veel te winnen. De helft van de leerlingen geeft aan thuis minder dan 15 minuten per dag te lezen. Iets wat in deze fase van de leesontwikkeling echt te weinig is. Om de leesvaardigheid van leerling te stimuleren, is het van belang dat leerlingen leeskilometers maken, zowel op school als thuis. Leerlingen geven ook aan thuis weinig tot geen ondersteuning van ouders te ervaren bij het lezen. Zo geeft de meerderheid van de leerlingen bijvoorbeeld aan dat ze (bijna) nooit met hun ouders spreken over wat ze in hun vrije tijd lezen. Juist het ervaren van ondersteuning en het delen van ervaringen kan ervoor zorgen dat leerlingen gemotiveerd raken om te blijven lezen.
Scholen, ouders, gemeenten, bibliotheken, en consultatiebureaus, maar ook opleiders, en methode- en toetsontwikkelaars moeten de handen ineenslaan om ervoor te zorgen dat leerlingen al vanaf jonge leeftijd in staat gesteld worden om goede leesvaardigheden te ontwikkelen. Hiervoor is het belangrijk dat kinderen al vroeg gemotiveerd raken om te lezen en dat ze dit ook blijven doen. Toegang tot een rijke collectie aan boeken is hiervoor essentieel. Dat is nu nog niet voor iedere leerling vanzelfsprekend. Op school is het van belang dat het leesonderwijs effectief wordt vormgegeven, vanuit de inzichten die zowel uit onderzoeken als de praktijk naar voren komen.
Bekijk de volledige resultaten in het rapport Peil.Leesvaardigheid einde (s)bo 2020-2021
Disclaimer COVID
Bij het duiden van deze peilingsresultaten is het belangrijk om mee te wegen dat de afname van dit peilingsonderzoek plaatsvond in een bijzondere periode, namelijk kort na de tweede scholensluiting tijdens de coronapandemie. Hoewel we de invloed hiervan met het huidige peilingsonderzoek niet in kaart kunnen brengen, toont monitoringsonderzoek aan dat de leergroei met betrekking tot begrijpend lezen in de afnameperiode relatief laag was. De verminderde leergroei in de coronaperiode is inmiddels weer gerepareerd. Dat betekent echter nog niet dat de absolute vaardigheid voor begrijpend lezen in het laatste leerjaar van het (s)bo daarmee ook op het gewenste niveau is.