Een groot deel van de wereldbevolking is meertalig: zij spreken meerdere talen naast elkaar. Ook in Nederland zijn veel mensen meertalig, bijvoorbeeld omdat zij naast het Nederlands thuis nog een andere taal spreken (bijv. Fries, Limburgs, Arabisch, Engels) of omdat zij door school en/of werk een andere taal leren (bijv. Engels, Frans).

Wanneer iemand meertalig is kan tot discussie leiden: hoe goed moeten zij beide talen kennen? Kennis van een taal wordt beïnvloed door de mate waarin de spreker blootgesteld is aan de talen, de leeftijd waarop de taal is geleerd en de volgorde waarin de talen zijn geleerd. Het Expertisecentrum Nederlands houdt een brede definitie van Meertaligheid aan: meertalige mensen zijn in staat zich uit te drukken en te functioneren in meerdere talen.

Nederlandse kinderen die meertalig opgroeien, leren vanaf heel jonge leeftijd twee of meer talen tegelijkertijd. Bijvoorbeeld omdat zij thuis een (of meerdere) andere taal / talen spreken naast het Nederlands. Voor de meeste kinderen is meertalig opgroeien geen probleem: zij leren de twee (of meer) talen naast elkaar. Er kan sprake zijn van een taalachterstand, maar bij de meeste kinderen is dit tijdelijk. Zo zullen kinderen die thuis een andere taal dan Nederlands spreken, woorden die vooral op school gebruikt worden met name in het Nederlands kennen en woorden die vooral thuis gebruikt worden met name in de andere taal kennen. Een rijke taalomgeving zowel op school als thuis helpt hen de woordenschat in beide talen verder te ontwikkelen.

Er zijn steeds meer basisscholen in Nederland die kinderen vanaf jonge leeftijd (meestal vanaf groep 1) een vreemde taal aanbieden: vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto). Het gaat hierbij dan meestal om het aanbod in Engels, en in ongeveer 10 tot 15 % van de lestijd. Een kleine groep basisscholen in Nederland geeft tweetalig onderwijs, waarbij het aanbod in het Engels rond de 30 tot 50% van de lestijd ligt. Het Expertisecentrum Nederlands heeft, samen met een aantal partners, het effect van dit uitgebreider tweetalig onderwijs onderzocht in het Flankerend onderzoek Tweetalig primair onderwijs (FoTo). In dit onderzoek zijn leerlingen die vanaf groep 1 voor de helft les krijgen in het Engels gevolgd. Hierbij is gekeken naar hoe dit onderwijs wordt vormgegeven en welke effecten er zijn op de Nederlandse en Engelse taalvaardigheid en de rekenvaardigheid van de leerlingen.

Wat biedt het EN?

Het Expertisecentrum Nederlands heeft expertise op het gebied van onderzoek van effecten van meertalig onderwijs, zowel in tweetalig onderwijs als vvto onderwijs en in internationaal perspectief (zie het ELLiE project). Vanuit onze onderzoekservaring kunnen wij meedenken in de stappen naar implementatie van meertalig onderwijs en praktische adviezen hiervoor geven. Onze kennis van meertaligheid verbinden we met andere projecten, bijvoorbeeld met informatievoorziening over meertaligheid en dyslexie en het boek "Putting PIRLS to use in classrooms across the globe". 

Heeft u een vraag over Meertaligheid en bent u benieuwd wat we voor u kunnen betekenen? Neem dan contact met ons op via info@expertisecentrumnederlands.nl.

 

Projecten